Amsterdamse juweliers over Marokkanen en Antillianen

De dwarslaesie die de Nijmeegse juwelier Jos Kamerbeek opliep tijdens de achtste overval op zijn zaak, was voor hem de druppel. Zijn nieuwe deurbeleid: Antilliaanse en Marokkaanse jongens tussen de 17 en 25 komen er niet meer in. Het kwam hem onmiddellijk te staan op verwijten van discriminatie.

“Toch begrijp ik die man voor tweehonderd procent,” zegt Paul Welzenbagh van Juwelier Nusselein. “Hij is tijdens een overval zes meter gevallen in een bouwput, kreeg een kogel in zijn borst en zit nu in een rolstoel. Dat hij zijn zaak nog openhoudt, verdient respect. De meeste juweliers hadden het bijltje er allang bij neergegooid.”

Volgens Welzenbagh hangt het deurbeleid vooral af van de doelgroep. “Als je Kamerbeek mag geloven, kopen die Marokkaanse en Antilliaanse jongens nooit iets bij hem. Logisch dat hij ze buiten de deur wil houden. Hij heeft er alleen maar last van gehad. Bij ons is dat anders. Ik zit in Amsterdam-West en heb dus veel met die jongens te maken. Vaak zijn ze hartstikke modebewust en bereid om fors voor sieraden te betalen. Als ik die jongens ga weigeren, kan ik de zaak net zo goed sluiten.”

Toch is hij er niet volledig gerust op. Het filiaal op de Burgemeester de Vlugtlaan is al acht keer overvallen. Welzenbagh en zijn personeel voelen zich dan ook dagelijks wel een keer bedreigd. “Elke dag is er wel een moment dat we voor de zekerheid naar de telefoon grijpen. We zijn niet alleen alert als een groepje Marokkanen of Antillianen voor de deur hangt, maar ook in het geval van blanke buitenlanders. Vooral die Oostblokkers kunnen van die criminele koppen hebben. Je kunt dan ook niet op huidskleur selecteren, maar op verdacht gedrag.”

Een medewerker van Jesse Jewelry zegt een opendeurbeleid te voeren, maar herkent het heel goed. “De laatste tijd zijn het vooral Bulgaren, Polen en Roemenen die dreiging vormen. Aan de buitenkant kun je het dus niet zien. Soms laat ik mensen even wachten voor de deur. Als je ziet dat ze dan nerveus worden, dan weet je genoeg.”

Juwelier Dik in de Beethovenstraat vindt de stap van de Nijmeegse juwelier meer dan terecht. Anderhalve maand geleden is hij zelf nog overvallen door allochtone jongeren. Doordat hij in gevecht ging, zijn de overvallers uiteindelijk afgetaaid. In verband met het lopende onderzoek, kan hij niet veel zeggen. “Maar ik geef die man in Nijmegen in ieder geval groot gelijk. Ook mijn deur gaat niet meer voor iedereen open.”

Johan Verveer van Lucardi Juweliers in de Ferdinand Bolstraat heeft daar ‘absoluut geen begrip’ voor. “Selecteren op afkomst is discriminatie en daar hou ik niet van. Zeker in de grotere steden vind ik dat niet kunnen. De deur hoort gewoon open te staan voor elke laag van de samenleving.” Volgens Verveer profiteren veel filialen in steden juist van allochtone jongeren. “Bij filialen van ons in buitenwijken zijn de allochtone jongeren die ze in Nijmegen willen weren, juist de beste klanten.”

Ook bij Siebel Juweliers in de Kalverstraat houden ze de deur open voor iedereen. “Ik spreek groepjes jongens altijd meteen aan. Dan lopen ze weg of kopen ze wat. Over het algemeen zijn allochtone jongeren goede kopers bij ons,” zegt manager Yvonne van Dam. Alhoewel ze zich nooit bedreigd voelt, merkt ze af en toe wel op dat er spanning ontstaat onder het personeel als een groepje jongens binnenkomt. “Vooral van kleinere juweliers die met weinig of geen personeel staan, kan ik me daarom voorstellen dat ze mensen gaan weigeren.”

Een juwelier in hartje centrum die uit angst voor represailles niet bij naam genoemd wil worden, vindt het weigeren van Marokkaanse en Antilliaanse jongeren ver gaan, maar begrijpt het wel. “Zeker die jonge jongens, die komen echt niet als klant binnen.” In de loop van de tijd is zijn kijk op de zaken drastisch veranderd. “Toen ik dertig jaar geleden in de leer ging bij mijn baas, zei hij dat hij racistisch was geworden door dit vak. Dat vond ik zo erg. Nu begrijp ik waar dat vandaan komt.” Toch laat de juwelier iedereen binnen. “Ik wil niet discrimineren, dus ik laat ook groepjes Marokkanen binnen. Ik let dan wel extra op.”

Alon Ben Joseph, directeur van Ace Juweliers en bestuurder van de Nederlandse Juweliersclub, begrijpt alle emoties, maar vindt het weigeren van etnische groepen toch echt te ver gaan. “Voor het deurbeleid vind ik geldende normen en waarden in het dagelijkse leven gepast. De ogen en het gezicht van de klant onbedekt en mobiele telefoons opgeborgen. Bovendien is het in Amsterdam beter geregeld wat betreft veiligheid. Zo zijn er subsidies voor beveiliging en doet de politie goed undercoverwerk. Verder moeten mensen elkaar gewoon houden aan de normale omgangsvormen. Als je iemand in het dagelijks leven netjes gedag zegt, zet je toch ook je pet af?”

Plaats een reactie