Tagarchief: leidsplein

Breakdancers op het Leidseplein

‘Ons lichaam is ons leven,” zegt John Heindl (33) van breakdance groep Sons of God. Hij zweet nog van de show die hij net met zijn vrienden heeft gegeven. Tien minuten stretchen en dan zullen ze nog een show geven. Al dertien jaar staan de mannen uit Hongarije elke zomer op het Leidseplein. Elke dag van drie tot elf uur, als het weer het toelaat.

Heindl zag voor het eerst jongens breakdancen in 1992 in een discotheek in Boedapest. Hij was zo onder de indruk dat hij meteen op ze afstapte om te vragen of hij het ook mocht leren. Hij herinnert zich nog goed de speciale houten vloer waar ze op oefenden. Stapje voor stapje heeft hij op die vloer het breakdancen onder de knie gekregen. Bijna twintig jaar later heeft hij de hele wereld over gereisd met de breakdancegezelschappen Enemy Squat en Garden City Breakers. Daarnaast danste hij acht jaar op een cruiseschip. Tegenwoordig woont hij weer in Boedapest – met zijn vriendin – en reist hij elke zomer met zijn dansmaten naar Amsterdam – zonder vriendin. Lees verder

Capoeira op de Amsterdamse pleinen

Zodra de komiek op het Leidseplein zijn act afsluit, beginnen twaalf Braziliaanse jongemannen te zingen en in hun handen te klappen. Op het hypnotiserende ritme van de berimbau – een traditioneel snaarinstrument – en een grote trom beginnen twee van de mannen hun capoeirakunsten te vertonen. Een vrouw op het terras houdt uit schrik haar handen voor haar ogen als ze vlak voor haar neus in gevecht gaan.

Met soepele, snelle draaibewegingen gaan de voeten van de gespierde jongens rakelings langs elkaar heen. Met een grote boog en opgetrokken wenkbrauwen loopt de serveerster van de Heineken Hoek om de zwetende mannen heen. Een applaus en een rondgang met de pet later springt het gezelschap op de fiets om naar het Spui te vertrekken.

Aloisio Conceicao Dos Santos (35), ofwel Lulu, de grootste van het stel, gaat met de scooter. “Ik blíjf bezig,” zegt hij. “Capoeira is al zwaar genoeg. We hebben veel blessures. Ik heb altijd last van mijn rug en mijn polsen.” De grote bonk spieren maakt dan ook liever geen salto’s. “Dat laat ik liever aan de kleinere jongens over.” Lees verder