Tagarchief: straatartiest

Adzy, de anarchistische straatartiest

Adrian ‘Adzy’ Crankz is nog geen dertig jaar oud, maar hoe oud hij wel is, weet hij niet, of beter gezegd, wil hij niet weten. “Datum en tijd bestaan niet voor mij.”

De escapist, die in zijn show ontsnapt uit een dwangbuis van plastic en kettingen, ziet de wereld als één grote dwangbuis. “Ik doe daar niet aan mee,” zegt hij terwijl hij een slok van zijn biertje neemt. “Het leven is klote. Kijk die voorbijgangers, allemaal zombies en slaven die werken om dan toch blut te zijn.”

De Australiër drinkt deze ochtend een flaming sambuca naast zijn biertje. Hij wil zijn ‘ontbijtdrankje’ zelf aansteken. Hij drinkt en rookt de hele dag door, maar dat heeft volgens hem geen invloed op zijn show. “Drank maakt mij niet beter, maar mijn kijk op de wereld wel.” Hij heeft zojuist op de Dam geloot met de andere straatartiesten om af te spreken wie hoe laat speelt. Hij hoeft voorlopig nog niet, dus nestelt hij zich aan de bar in Kadinsky Café, in de Zoutsteeg. Lees verder

Straatartiest: ‘Ik ben zelf één groot litteken’

Toen hij in plaats van lege flessen drank aluminiumpapiertjes en crackpijpjes in zijn portiek zag liggen, vond hij het tijd uit Londen weg te gaan. Arthur (45), ofwel Mix, besloot de raad van zijn broer op te volgen: “Ga de wijde wereld in en krijg een kleurtje.” Twintig jaar later staat op zijn kaartje ‘hardcore performer’.

Zijn rauwe doorleefde stem schalt over de Dam. “Dank jullie wel, ik haat appel!” roept hij als hij zijn act afsluit. Als hij grijnst komt de bovenste helft van zijn gebit te voorschijn, waar enkele tanden missen. Elke show weer eet hij als climax een groene appel, terwijl hij jongleert met een slagersmes en een brandende fakkel. Het zuur van de appels en de bijtende lampolie waarmee hij vroeger vuur spuwde, hebben hun tol geëist. Zijn stem, vergelijkbaar met die van Krusty the Clown of Tom Waits, heeft hij naar eigen zeggen te danken aan de herrie van omringende straatmuzikanten. “Ik moet altijd over die lui heen schreeuwen. Mijn stem doet steeds meer pijn.” Lees verder

Capoeira op de Amsterdamse pleinen

Zodra de komiek op het Leidseplein zijn act afsluit, beginnen twaalf Braziliaanse jongemannen te zingen en in hun handen te klappen. Op het hypnotiserende ritme van de berimbau – een traditioneel snaarinstrument – en een grote trom beginnen twee van de mannen hun capoeirakunsten te vertonen. Een vrouw op het terras houdt uit schrik haar handen voor haar ogen als ze vlak voor haar neus in gevecht gaan.

Met soepele, snelle draaibewegingen gaan de voeten van de gespierde jongens rakelings langs elkaar heen. Met een grote boog en opgetrokken wenkbrauwen loopt de serveerster van de Heineken Hoek om de zwetende mannen heen. Een applaus en een rondgang met de pet later springt het gezelschap op de fiets om naar het Spui te vertrekken.

Aloisio Conceicao Dos Santos (35), ofwel Lulu, de grootste van het stel, gaat met de scooter. “Ik blíjf bezig,” zegt hij. “Capoeira is al zwaar genoeg. We hebben veel blessures. Ik heb altijd last van mijn rug en mijn polsen.” De grote bonk spieren maakt dan ook liever geen salto’s. “Dat laat ik liever aan de kleinere jongens over.” Lees verder

Jongleur Dirk Jan op de Dam

Straatartiest Dirk Jan (34) doet zijn show in het Engels. “Don’t speak English?!” roept hij naar een Aziatische man in het publiek. “Go to school!” De honderd mensen die om hem heen staan, lachen aan één stuk door. Hij moet het vooral hebben van toeristen. “Amsterdammers hebben al snel zoiets van: heb je weer zo’n gast met een eenwieler.”

Bijna elke dag staat hij met zijn rode hoed op de Dam. Om elf uur ’s ochtends verzamelen hij en een stuk of acht andere cirkelartiesten, want zo noemen ze zichzelf, zich op het plein. Niet om op te treden, maar om te loten. “Op de getrokken lootjes staat hoe laat we mogen optreden. Anders lopen we elkaar voor de voeten en dan krijgen we ruzie.”

Hij doet kunstjes met brandende fakkels, een slagersmes en een eenwieler, maar bovenal maakt hij aan de lopende band grapjes. “De bingo is morgen pas hoor,” roept hij naar een passerend bejaard stel, en tegen een meisje met haar ouders: “Hier ben ik eindelijk, je echte vader!” Hij heeft er een half uur over gedaan om de honderd mensen die vandaag om hem heen staan, te verzamelen.
Lees verder

Yuri, het levende standbeeld op de Dam

Bij elke beweging rinkelt het zeeblauwe, met schelpen, kralen, stenen en belletjes afgezette pak aan alle kanten. Yuri (53) heeft het zelf gemaakt. Een markant gezicht met priemende ogen, versierd met kraaienpootjes, een grote bos krullen en een zachte glimlach verschijnt als hij zijn masker afzet. “Ik sta hier al twaalf jaar,” zegt de Rus terwijl hij van zijn met zeesterren en schelpen beklede emmer stapt. Hij wijst met zijn drietand naar de gevel van het paleis op de Dam. “Poseidon, god van de zee, de inspiratie van mijn kostuum.”

Twintig jaar geleden is hij met een Nederlandse vrouw getrouwd. Zo is hij in Nederland beland. Vijf jaar later verliet hij haar voor zijn huidige vriend, Alex. De mannen wonen nu al twaalf jaar samen.
Lees verder