Zodra de komiek op het Leidseplein zijn act afsluit, beginnen twaalf Braziliaanse jongemannen te zingen en in hun handen te klappen. Op het hypnotiserende ritme van de berimbau – een traditioneel snaarinstrument – en een grote trom beginnen twee van de mannen hun capoeirakunsten te vertonen. Een vrouw op het terras houdt uit schrik haar handen voor haar ogen als ze vlak voor haar neus in gevecht gaan.
Met soepele, snelle draaibewegingen gaan de voeten van de gespierde jongens rakelings langs elkaar heen. Met een grote boog en opgetrokken wenkbrauwen loopt de serveerster van de Heineken Hoek om de zwetende mannen heen. Een applaus en een rondgang met de pet later springt het gezelschap op de fiets om naar het Spui te vertrekken.
Aloisio Conceicao Dos Santos (35), ofwel Lulu, de grootste van het stel, gaat met de scooter. “Ik blíjf bezig,” zegt hij. “Capoeira is al zwaar genoeg. We hebben veel blessures. Ik heb altijd last van mijn rug en mijn polsen.” De grote bonk spieren maakt dan ook liever geen salto’s. “Dat laat ik liever aan de kleinere jongens over.” Lees verder